Uitspraak van de Hoge Raad voor alimentatie en kindgebonden budget
De wetgever, de Expertgroep Alimentatienormen en alimentatie…
Ongeveer een jaar geleden heb ik geschreven over de invoering van de Wet Hervorming Kindregelingen. Die kon tot gevolg hebben dat in bepaalde gevallen geen kinderalimentatie meer hoefde te worden betaald. Per 1 januari 2015 wordt voor alleenstaande ouders het kindgebonden budget verhoogd met een alleenstaande ouderkop. Als uit dit kindgebonden budget alle kosten van een kind kunnen worden betaald, is er geen reden meer om kinderalimentatie te betalen. Althans, zo legde de Expertgroep Alimentatienormen dat uit. Zij verwees naar de opmerkingen die Minister Asscher daarover had gemaakt in de Eerste Kamer. Voor uw informatie: De Expertgroep Alimentatienormen is een commissie van rechters die de alimentatienormen vaststellen.
Deze wijziging heeft geleid tot veel onzekerheid bij alimentatieplichtigen en –gerechtigden over de vraag of er reden was de kinderalimentatie te veranderen (lees: verlagen).
Minister Asscher heeft later verklaard dat hij met zijn opmerkingen het eigenlijk allemaal niet zo bedoeld had. Volgens hem is een andere benadering van het kindgebonden budget ook goed mogelijk.
Sommige Rechtbanken hebben de aanbevelingen van de Expertgroep niet gevolgd, omdat ze de uitkomst onredelijk vonden.
Uiteindelijk heeft het Gerechtshof Den Haag aan de Hoge Raad zogenaamde prejudiciële vragen gesteld. De Hoge Raad is het hoogste rechtscollege in ons land. Prejudiciële vragen zijn vragen aan de Hoge Raad over hoe het recht moet worden uitgelegd.
Op 9 oktober van dit jaar heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan en bepaald dat het kindgebonden budget moet worden gezien als inkomen en niet behoeftebeperkend werkt. Met andere woorden, de uitleg van de Expertgroep is volgens de Hoge Raad onjuist.
Voorbeeld: Het was vanaf 1 januari: vader verdient € 1.500,= en moeder verdient € 1.500,=. De be-hoeften van de kinderen zijn berekend op € 400,=. Het kindgebonden budget bedraagt € 420,=. Vader hoeft geen kinderalimentatie te betalen. Het is vanaf 9 oktober: vader verdient € 1.500,=. Moeder verdient € 1.500,=. Het kindgebonden budget wordt nu gezien als inkomen van moeder, dus zij heeft € 1.920,=. Vader betaalt nu € 1.500 gedeeld door (€ 1.500,= + € 1.920,=) € 3.420,= is € 175,44.
Gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad is, dat in veel gevallen de kinderalimentatie dus weer hoger uitpakt. In lopende procedures zullen de Rechtbanken dan ook op andere wijze de alimentatie gaan berekeningen dan toen de procedures werden opgestart. Alimentatieplichtigen die begin dit jaar dachten hun betalingsverplichtingen fors te kunnen verminderen komen bedrogen uit.
De overheid zegt vaak dat gewone burgers makkelijk zelf de alimentatieverplichtingen moet kunnen berekenen. In mijn praktijk merk ik juist het tegenovergestelde: mijn cliënten begrijpen het steeds minder goed. Door alle wijzigingen is alimentatierekenen er niet makkelijker op geworden, maar juist moeilijker.
Ik constateer dat in alimentatieland het altijd levendig is. De
systematiek van alimentatierekenen is in de afgelopen jaren fors
gewijzigd. In juni van dit jaar is in de Tweede Kamer een wetsvoorstel
tot herziening van de partneralimentatie ingediend. Als het tot een wet
komt, dan hoop ik dat die goed is doordacht zodat het voor de gewone
burger weer een beetje duidelijk en begrijpelijk wordt…