Staking
Advocaten staken niet zo vaak, eigenlijk nooit. Het wordt door de mensen ook vaak niet goed begrepen, omdat er wordt gedacht dat advocaten eigenlijk heel veel geld verdienen. Dat laatste klopt ook wel voor een groot deel van de advocaten, maar dat zijn geen “sociale advocaten”. Niet dat deze advocaten asociaal zijn, maar zij werken alleen op basis van hun uurtarief. Zij behandelen vooral zaken voor bedrijven en particulieren die zelf genoeg geld verdienen om een advocaat te kunnen betalen.
Sociale advocaten behandelen zaken voor mensen die niet genoeg inkomen hebben om een advocaat te kunnen betalen. Dat wordt in de volksmond meestal “pro deo” genoemd, maar bij ons staat het bekend als “op toevoegingsbasis werken”. De overheid betaalt deze werkzaamheden en de cliënt betaalt alleen een eigen bijdrage. Een misvatting daarbij is dat advocaten hetzelfde uurtarief krijgen als bij hun betaalde zaken, en dat dus ons (hogere) uurtarief door de overheid wordt betaald. Het werk op toevoegingsbasis is niet heel simpel, maar het vaststellen van de vergoeding wel: voor elke zaak krijg je een vast tarief, hoeveel tijd je er ook aan besteedt.
Meer dan 20 jaar geleden (‘97-‘98) is door de overheid een commissie aangesteld die berekende hoeveel tijd een advocaat aan een bepaalde zaak besteedde. Voor bijvoorbeeld een echtscheidingszaak was dat 10 uur, voor een eenvoudige strafzaak was dat 6 uur en voor een zaak tegen de gemeente was dat 8 uur. Het aantal uren werd omgezet naar een puntensysteem, zodat je voor een echtscheidingszaak 10 punten kreeg, voor een simpele strafzaak 6 punten en voor een zaak tegen de gemeente 8 punten. Dat puntenaantal wordt vermenigvuldigd met een tarief, elk punt (en dus eigenlijk elk uur) bedraagt in 2019 € 108,57. Deze vergoeding per punt is over de jaren nagenoeg gelijk gebleven. In juli 2008 was de vergoeding per punt namelijk € 107,02. Voor een echtscheidingszaak krijgt een advocaat die op toevoegingsbasis werkt dus € 1.085,70, voor een strafzaak € 651,42 en voor een zaak tegen de gemeente € 868,56.
Het aantal uur dat wij aan deze zaken besteden is in tien jaar alleen maar meer geworden; de regels zijn complexer geworden en de communicatie is door gebruik van e-mail een stuk omvangrijker geworden. Vooral in familierechtszaken moet veel meer tijd besteed worden dan vroeger. Ook in strafzaken die moeilijker zijn en dus door meer rechters worden behandeld, besteedt een advocaat veel meer tijd dan de 8 uur die daarvoor door de overheid betaald wordt. Alle uren die een advocaat extra besteedt aan een zaak, worden dus niet betaald, behalve als er sprake is van een juridisch zeer complexe zaak en er meer dan 3x (!) zoveel tijd aan de zaak is besteed dan ervoor staat. Dan kun je extra uren vragen, maar dat kan pas nadat je dus bijvoorbeeld voor een echtscheiding 30 uur hebt gewerkt. Zo’n verzoek om extra uren betaald te krijgen wordt overigens in 80% van de gevallen afgewezen. Besteed je daarna dus nog meer tijd aan een zaak – en ik heb weleens een echtscheiding gehad waaraan ik zo’n 120 uur had besteed – dan kunt u denk ik wel begrijpen dat het werk als “sociaal advocaat” geen vetpot is.
Advocaten die enkel op toevoegingsbasis werken, moeten het werk neerleggen, omdat zij onvoldoende inkomsten genereren om hun praktijk draaiende te houden. Het kost namelijk ook best wat om advocaat te zijn, wij moeten ons laten bijscholen, hebben personeel nodig en hebben kosten voor de huur/koop van een kantoorpand.
Dat is de reden dat de sociale advocatuur nu gaat staken. Er zijn al drie onderzoeken verricht door de overheid, die waarschijnlijk heel veel geld hebben gekost. In al die onderzoeken wordt de conclusie getrokken dat er meer geld moet komen voor de sociale advocatuur, maar tot op heden heeft minister Dekker van Rechtsbescherming nog geen cent extra toegezegd.
Als alle sociale advocaten hun werk neerleggen, betekent dat ook dat heel veel mensen straks geen advocaat kunnen vinden, terwijl iedereen daar recht op heeft. Om de minister nu te laten zien wat er gebeurt met het recht op een advocaat als er geen sociale advocaten meer zijn, leggen bijna alle strafrechtadvocaten de eerste twee weken van 2020 hun werk neer. Dat betekent dat er problemen gaan ontstaan bij de politie, de rechtbanken en uiteindelijk bij de verantwoordelijke overheid. Ook familierechtadvocaten leggen het werk in die eerste twee weken neer. Wij hopen dat minister Dekker hierdoor de ernst van de situatie gaat inzien. Het doet ons pijn dat wij zulke harde maatregelen moeten treffen, omdat we ook daarmee onze (potentiële) cliënten raken, maar om onze rechtsstaat te redden, zien wij geen andere mogelijkheid meer.
Dit artikel is eerder verschenen in “De Uitstraling” week 43 2019.