Afschaffing van partneralimentatie of niet
Geregeld maak ik mee dat cliënten mij vertellen dat volgens hun informatie de wettelijke regeling voor partneralimentatie is afgeschaft. Anderen weten mij te vertellen dat de wet over partneralimentatie is gewijzigd. Niets van dit alles is waar. De wet is niet gewijzigd de afgelopen jaren. Maar binnenkort wordt dit misschien wel anders. Ik zeg misschien, want je weet nooit of een wetsvoorstel door de politiek wordt afgeschoten of omarmd.
Hoe is het nu geregeld? In de wet staat dat de rechter een partneralimentatie kan vaststellen. De rechter zal allereerst moeten nagaan of iemand wel partneralimentatie nodig heeft. Behoefte heet dat. Daarbij speelt ook de verdiencapaciteit een rol. Want als je in staat bent om zelf voldoende inkomen te krijgen, dan heb je geen partneralimentatie nodig. Vervolgens zal de rechter nagaan of de alimentatieplichtige wel in staat is om een alimentatie te betalen. Draagkracht heet dat. De rechter berekent dan eerst welk inkomen iemand netto verdient. Dat heet netto besteedbaar inkomen. Vervolgens berekent de rechter wat iemand maandelijks aan inkomen nodig heeft om zijn of haar noodzakelijke lasten te betalen. Draagkrachtloos inkomen wordt dat genoemd. Als het netto besteedbaar inkomen hoger is dan het draagkrachtloos inkomen, dan is er draagkrachtruimte. Volgende de alimentatienormen moet 60 % van de draagkrachtruimte worden besteed aan partneralimentatie. Dat is dus de draagkracht.
Bij een kort huwelijk is de alimentatieplicht gelijk aan de duur van het huwelijk. Duurt het huwelijk langer dan 5 jaren of zijn er kinderen uit geboren, dan duurt de alimentatieplicht 12 jaren. De alimentatiegerechtigde kan om verlenging van deze termijn verzoeken, maar de praktijk wijst uit dat er zo goed als nooit wordt verlengd.
Er ligt nu een wetsvoorstel klaar dat de partneralimentatie gaat wijzigen. Wat houdt dit wetsvoorstel in? De duur van de partneralimentatieverplichting wordt verkort tot de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaren. Maar daarop zijn twee uitzonderingen. Bij huwelijken met jonge kinderen blijft de duur van de alimentatieplicht maximaal 12 jaren, totdat het jongste kind 12 jaar is geworden. Voorbeeld: Is op het moment van scheiding het jongste kind 5 jaar, dan is dus de alimentatieplicht maximaal 7 jaren. De tweede uitzondering geldt voor langdurige huwelijken: Als het huwelijk langer dan 15 jaren heeft geduurd en de leeftijd van de alimentatiegerechtigde binnen 10 jaren de AOW-leeftijd bereikt, dan is de alimentatieduur maximaal 10 jaren.
Eerst was het de bedoeling dat als de alimentatieplichtige ex-echtgenoot de AOW-leeftijd bereikt, de alimentatieplicht sowieso vervalt. Immers, dan kan er aanspraak gemaakt worden op pensioenverevening. Maar deze regel is nu weer vervallen, omdat niet iedereen voldoende pensioen heeft opgebouwd.
Bij de laatste behandeling van het wetsvoorstel zijn de mogelijkheden van verlenging van de alimentatietermijn besproken. Omdat in het huidige systeem een verlenging bijna nooit wordt toegekend vond de politiek dat dit nu wel eerder zou moeten kunnen. Met andere woorden, het wordt dan makkelijker om de wettelijke alimentatietermijn te verlengen.
Kort en goed; toen ik dit stukje begon te schrijven dacht ik een overzichtelijk stukje te schrijven over de manier waarop de regels over partneralimentatie worden gewijzigd. Als ik het nu teruglees, dan snap ik het zelf bijna al niet meer. De bedoeling is om de alimentatieduur te verkorten, maar er zijn weer allerlei uitzonderingen bedacht. Dat maakt het voor de burger dus niet overzichtelijker of makkelijker. Vraag is nu of de politiek het wetsvoorstel gaat aannemen, of dat er weer wat wordt gewijzigd. Tot die tijd blijft de huidige wet gewoon gelden en is de maximale duur voor partneralimentatie ‘gewoon’ 12 jaren.
Dit artikel is eerder verschenen in “De Uitstraling” week 7, 2019.