Studiekostenregeling
Vaak financieren bedrijven voor hun werknemers opleidingskosten. Dat kan op verschillende manieren. Soms leiden bedrijven zelf op en betalen tijdens de opleiding salaris. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de luchtmacht. De aankomende piloten worden opgeleid en krijgen salaris, maar verplichten zich daarbij om na voltooien van de opleiding een bepaalde tijd (bijvoorbeeld 12 jaar) in dienst te blijven. Vertrekken zij eerder, dan moeten zij een percentage van de kosten terugbetalen. De schuld wordt gestaffeld. Het percentage wordt dan bepaald door de duur van het dienstverband. Bijvoorbeeld na één jaar 90%, na twee jaar 80% en zo verder.
Ook financieren werkgevers voor hun werknemers wel externe opleidingskosten. Er zijn bedrijven die zulke kosten voor eigen rekening nemen. Er zijn ook bedrijven die die kosten voorschieten en de vervolgens hun vordering jaarlijks afstaffelen met percentages die zij overeenkomen.
Als die kosten voorgeschoten worden, wordt voor de terugbetaling normaliter een overeenkomst opgesteld die de werknemer dan tekent. Vaak zijn die overeenkomsten globaal van opzet. Soms worden zelfs geen bedragen genoemd, maar alleen een globale beschrijving om welke kosten het gaat.
Als sprake is van een globale omschrijving is het oppassen geblazen. U weet immers niet hoe de werkgever die bedragen invult als het dienstverband voortijdig eindigt.
Recentelijk kreeg ik te maken met een werkgever die terugbetaling wilde van studiekosten. Die kosten waren omschreven als schoolgeld, boeken en de uren waarin een praktijkstage zou zijn gevolgd. De schoolkosten en studieboeken hadden totaal € 900,= gekost, maar de werkgever vorderde aan kosten ruim € 3.000,= terug. De werkgever had in de overeenkomst het bedrag omschreven als “cursus-, inschrijf- en examengeld”. Protest hielp niet. De werkgever hield gewoon de gehele eindafrekening in.
De werknemer was daarom gedwongen om een procedure te starten: een loonvordering, want de werkgever had ten onrechte loon ingehouden. In die procedure moest de werkgever uiteraard uitleggen hoe de door haar gevorderde kosten waren opgebouwd. Het bleek dat de werkgever het loon opvoerde dat zij aan andere werknemers had betaald voor normale arbeidsuren waarin de werknemer-leerling in eigen onbetaalde tijd met die werknemers meegelopen was om de kunst af te kijken. De kantonrechter heeft loonvordering van de werknemer toegewezen.
Lopende de procedure probeerde de werkgever andere aspirant leerlingen te laten tekenen voor nog hogere bedragen.
Waarom doet zo’n werkgever dat? In deze tijden van personeelsschaarste proberen sommige werkgevers werknemers aan zich te binden. Op zich is daar ook niets mis mee. Het is alleen van groot belang dat vooraf bij het tekenen van de overeenkomst nauwkeurig wordt omschreven welke kosten en gespecificeerd hoeveel die kosten per onderdeel bedragen.
Dit artikel is eerder verschenen in “De Uitstraling” week 7 2020.