Kinderen in de knel…
Kinderen in de knel…
31 maart 2014 stond in het teken van het adviesrapport “Vechtende ouders, het kind in de knel” van Kinderombudsman Marc Dullaert. Niet geheel toevallig schreef op diezelfde dag Staatsecretaris Teeven de Tweede Kamer een brief om de positie van kinderen in een vechtscheiding te verbeteren. Strekking van het rapport en de brief is dat in een vroeger stadium moet worden ingegrepen als een vechtscheiding dreigt.
Per jaar gaan in 70.000 gezinnen ouders scheiden. In de meeste gevallen kunnen de ouders in gezamenlijk overleg afspraken maken over hun kinderen en een ouderschapsplan opstellen. In ongeveer 20 % van de gevallen verloopt de scheiding problematisch. De scheidende partners verliezen daarbij de belangen van hun kinderen uit het oog.
Een scheiding betekent voor alle kinderen een grote verandering in hun leven. De scheiding an sich hoeft voor hen niet schadelijk te zijn. Wat wel schadelijk is voor hun ontwikkeling is de voortdurende strijd tussen hun ouders. Ieder kind houdt van zijn of haar ouders en wil en kan daarom feitelijk niet kiezen tussen die ouders. Als scheidende partners elkaar als ouders diskwalificeren, betekent dat voor kinderen een wereld van loyaliteitsconflicten, onveiligheid en angst. Uit onderzoek blijkt dat op latere leeftijd deze kinderen moeite zullen hebben met het aangaan van relaties en grensoverschrijdend gedrag vertonen. Enige tijd geleden zei een docent van mij: “Alle ouders van beroepscriminelen zijn gescheiden.” Of dit ook zo is weet ik niet, maar de boodschap is duidelijk: Als ouders strijden over de rug van hun kinderen heeft dat voor hun verdere leven grote gevolgen.
Vanuit de Rechtspraak, advocatuur (in het bijzonder de Vereniging van Familierechtadvocaten en Scheidingsmediators) en overheid gaan steeds meer geluiden op om in een vroeg stadium vechtscheidingen te voorkomen. Een van de geopperde ideeën is een ‘gedwongen’ bemiddeling tussen ouders. Bij de Gerechtshoven wordt al enige tijd met een zogenaamd “ouderschapsonderzoek” gewerkt. Dat is een gedwongen bemiddeling, waarbij de bemiddelaar naast bemiddelen het Gerechthof ook adviseert. Eind vorig jaar is dit geëvalueerd in een lijvig rapport: Het blijkt dat zelfs in zeer ernstige vechtscheidingen de ouders na een ouderschapsonderzoek vaak alsnog afspraken kunnen maken.
Als ouders gaan scheiden, doen ze er verstandig aan goed na te denken over de gevolgen daarvan voor hun kinderen. Het gaat dus niet zozeer over de vraag “Hoeveel tijd krijg ik de kinderen?”, maar “Wat zou voor mijn kinderen een fijne zorgregeling zijn?” Als ouders zich over en weer aan elkaar irriteren en merken dat zij niet goed tot afspraken kunnen komen, dan zullen zij daarvoor hulp moeten zoeken. Gespecialiseerde scheidingsmediators kunnen ouders begeleiden, maar er zijn ook in toenemende mate organisaties die ouders helpen met het communiceren met elkaar en afspraken maken over de kinderen.
Mijn cliënten houd ik vaak voor dat ze het zo moeten regelen dat bij de bruiloft van hun kinderen (of andere belangrijke gebeurtenis) ze als trotse ouders naast elkaar in de voorste bankjes moeten kunnen zitten. Er is nog niemand geweest die het daar niet mee eens was. Dit uitgangspunt vormt een goede basis om tot goede afspraken over de kinderen te komen. Dat zijn ouders hun kinderen ook verplicht…